Transport

Inhoud

 

1. Transport aanmaken

Eenmaal transporteenheden verzegeld zijn, kunnen deze aan een transport gekoppeld worden. Bij het aanmaken van een transport moet de gebruiker informatie over het ophaaladres en contactgegevens ingeven.


Het aanmaken van een transport verloopt iets anders dan het aanmaken van andere objecten zoals een verpakking of transporteenheid. Bij het aanmaken van een transport moet de gebruiker namelijk een aantal administratieve gegevens invullen alvorens de transporteenheden toegevoegd kunnen worden.

Ga in de navigatiebalk naar de knop “Acties” en kies de actie “Transport aanmaken”.
Vul de nodige gegevens over ophaling en inhoud van de overdracht in.
Klik op de actie ‘Transport aanmaken’. 


Het systeem geeft de lijst van transport weer en het aangemaakte transport wordt bovenaan weergegeven (indien sortering op “Meest recent aangemaakt” staat). Je kan het transport aanklikken om zowel de inhoud als de detailinformatie opnieuw te raadplegen.


Er moet geen label afgedrukt worden bij het aanmaken van een transport. Wanneer het transport verzegeld wordt, is er wel de mogelijkheid om een pakbon af te drukken.

2. Transporteenheid aan transport koppelen

​​​​​​​Eenmaal de transporteenheid verzegeld is en er een transport aangemaakt werd, kunnen beide aan elkaar gekoppeld worden.

Ga naar de lijst met transporten (en open eventueel het gewenste transport).
Klik op de actie ‘Transporteenheden toevoegen’.
Scan de unieke ID van de transporteenheid die je wenst te koppelen aan het transport. Je kan eventueel nog extra transporteenheden toevoegen door hun unieke ID te scannen.
Klik op de actie ‘Toevoegen’.

 

Het systeem zal de detailpagina van het transport weergeven waarin je de toegevoegde transporteenheden kunt raadplegen. De transporteenheid is hierdoor niet langer zichtbaar in de lijst van transporteenheden en kan ook niet meer gekoppeld worden aan een ander transport.

A. Transporteenheid uit transport halen

Uiteraard kan je een transporteenheid ook terug uit het transport halen indien je ze bijvoorbeeld foutief gekoppeld hebt. Dit is enkel mogelijk wanneer het transport nog niet verzegeld is (zie verder).

Ga naar de inhoudspagina van het desbetreffende transport.
Kies de actie ‘Uit transport halen’ bij de transporteenheid die je wenst uit het transport te halen.
Het systeem geeft een bevestigingsvraag weer. Klik nogmaals op de actie ‘Uit transport halen’.


Het systeem geeft opnieuw de detailpagina van het transport weer. De transporteenheid die je net uit het transport hebt gehaald, is niet langer zichtbaar in de detailpagina. Hierdoor kan deze transporteenheid ook opnieuw gekoppeld worden aan een ander (of hetzelfde) transport.​​​​​​​

3. Transport verzegelen en pakbon afdrukken

Wanneer de transporteenheden gekoppeld zijn aan een transport, kan het transport verzegeld worden. Hierdoor kunnen er geen nieuwe transporteenheden meer toegevoegd worden en kunnen de transporteenheden ook niet meer uit het transport gehaald worden.

Ga naar de lijst met transporten (en open eventueel het gewenste transport).
Klik op de actie ‘Verzegelen’.

Het systeem zal een printpreview van de pakbon weergeven. De gebruiker kan nu de pakbon afdrukken volgens de gewenste printerinstellingen en dit document meegeven met de chauffeur tijdens ophaling van de overdracht. Opgelet, voor het afdrukken van de pakbon moeten de standaard marges aangezet worden.


Door het verzegelen van het transport zal er een taak gestart worden in de applicatie “Depotbeheer”. Een depotmedewerker of -beheerder dient het nodige transport dan aan te vragen bij een transporteur. Dergelijke aanvraag en opvolgen verlopen buiten de applicaties.